Luik-Eupen-Spa-Luik-Eijsden
De aanleiding voor dit reisje bestond uit een bezoek aan het
legerkamp Elsenborn. Nu een Belgisch militair oefenterrein maar ten tijde van
WO1 op Duits grondgebied. Bekend was dat er een museum gehuisvest is en we
waren benieuwd of daar nog wat uit de doeken zou worden gedaan over de rol die
het kamp heeft gespeeld bij de inval in 1914.
Op een uitzonderlijk warme dag voor de tijd van het jaar (24 gr!) was onze eerste stop in Veldwezelt (Belgisch Limburg) alwaar we een eenzaam Brits-Iers graf uit 1918 aantroffen.
Vandaar weer de grens over naar Maastricht. Op de enorme begraafplaats aan de Tongerenseweg staat een monument ter nagedachtenis aan Belgische soldaten overleden te Maastricht. Het lijkt ons dat als deze soldaten Nederlands grondgebied bereikten zij formeel als deserteur te boek zouden moeten staan. Zij hebben zich immers aan de weerdienst onttrokken om in Nederland een goed heenkomen te zoeken.
Na een buitenlunch in Riemst vervolgen we onze weg naar het Fort de Loncin, onderdeel uitmakend van de Luikse fortenring. Het fort herbergt een prima museumruimte en ook een bezoek aan het fort zelf is de moeite zeer waard. Na een directe inslag door een Dikke Bertha kanon volgt er een enorme ontploffing waardoor honderden soldaten nog steeds begraven liggen inder het puin. Het fort is daarmee eigenlijk een grote begraafplaats.
We eindigen de dag in Eupen, alwaar we de locale horeca met een bezoek vereren.
De volgende dag is al net zo mooi als de vorige en welgemoed (behalve de schrijver dezes, die nog wat naweeen ondervind van het ‘bier van de week’) vertrekken we naar de Duits-Franse graven op de begraafplaats van Eupen. Opvallend fraaie Duiste graven vinden we hier. Dat zal er wel mee te maken hebben dat dit tijdens de oorlog Duits grondgebied was en de Duitsers hun gevallenen hier met wat meer eer konden begraven dan elders aan het Westelijk Front. Ook een monument getuigt daarvan.
Omdat twee van onze eigen routes hun oorsprong vinden op het hoogste punt van Belgie was dat onze volgende halte. Hier hebben de Belgen wel wat gesmokkeld, want de Signal de Botrange ligt op 693m boven de zee. Dat was echter niet hoog genoeg want er is daar een soort trap gebouwd van 7m zodat het ronde getal van 700m kon worden vereeuwigd in steen bovenop de trap.
Via Sourbrodt, ooit een belangrijk spoorknooppunt, nu een verlaten bedoening, belandden we bij ons doel, Elsenborn. Tot onze grote teleurstelling was het museum (en kamp ) gesloten. Het was 1 november, allerheiligen, in Belgie een feestdag! Dat wa seen beetje dom… Maar niet getreurd, er was nog genoeg te zien. Bijvoorbeeld het verlaten station van Weywertz en Baugnez (Amerikaans monument uit WO2). Uiteindelijk kwamen we aan in Spa, een bekend kuuroord, zeker aan het begin van de 20e eeuw. Geen wonder dat de Duitsers hier een tijdlang hun hoofdkwartier hadden. Dit was gevestigd i het Hotel Brittannique. Ook de keizer kwam hier regelmatig, hij verbleef dan in de Villa Fraineuse. De villa was open en compleet verlaten, leek het. De sfeer was nog net als in 1918. Het leek alsof de keizer gisteren was vertrokken!
Zijn vluchtroute in november 1918 bracht hem (net als ons) via het station van Spa naar Nessonvaux. Hij deed dat stukje per trein , wij per auto. Daar kreeg hij het advies verder per auto naar Nederland te reizen zodat hij Luik kon mijden, omdat daar wellicht revolutionaire elementen het om hem hadden voorzien.
We volgden zo ongeveer de vluchtroute van de keizer (elder beschreven) tot in de voorsteden van Luik, waar we nog de Belgische militaire begraafplaats Rambosee te Wandre bezochten. De grens zijn we overgestoken in Withuis, waar de keizer voet zette op Nederlandse bodem. Hij werd vandaar gebracht naar het station van Eijsden waar hij op zijn keizerlijke trein moest wachten als ware het een vertraagde boemel. Aangestaard en uitgejouwd door nieuwsgierige Nederlanders.